NUT VAN HET ONDERZOEK
Op volwassen leeftijd is het behoud van functionele onafhankelijkheid en een goede levenskwaliteit cruciaal. Ouder worden gaat namelijk vaak gepaard met een verhoogd risico op niet-overdraagbare aandoeningen, zoals een verhoogde bloeddruk of overgewicht en obesitas.
Onderzoek heeft echter aangetoond dat een voldoende hoge duur, frequentie en intensiteit van beweeggedrag in combinatie met een beperkte hoeveelheid zitgedrag de belangrijkste strategie is om het risico op ziektes te verminderen en de algemene gezondheid te bevorderen bij een vergrijzende bevolking. Desalniettemin neemt het algemene niveau van lichaamsbeweging af naarmate de leeftijd toeneemt en veel oudere volwassenen behalen de aanbevelingen van minstens 150 minuten matige tot intensieve fysieke activiteiten per week niet.
Eén van de belangrijkste uitdagingen is dus om een effectieve manier te vinden om volwassenen van middelbare en oudere leeftijd te ondersteunen bij het ontwikkelen van een adequate hoeveelheid aan lichaamsbeweging, en om doelbewust het zitgedrag te onderbreken en te beperken.
​
Trends in de huidige samenleving, zoals de toename van de arbeidsparticipatie van vrouwen, huishoudens met twee inkomens en een hogere werkdruk, leiden tot nauwe intergenerationele uitwisselingen. Grootouders worden dan ook steeds vaker ingeschakeld voor de opvang van hun kleinkinderen.
Aangezien de zorg voor kleinkinderen verschillende fysieke taken omvat, kan dit indirect een invloed hebben op de gezondheid van de grootouders door mogelijke veranderingen in hun levensstijl.
​
Daarom wil dit onderzoek het verschil in (de evolutie van) beweeg- en zitgedrag, alsook inzake lichaamssamenstelling (= botmassa, spiermassa en vetmassa) en levenskwaliteit nagaan tussen 50-plussers met en zonder kleinkinderen, waaraan al dan niet zorg/opvang wordt verleend.